Vorige maand opende in Amsterdam de eerste allochtonenkliniek haar deuren. Het is lang geleden dat zo’n multiculturele hoogmis nog zo stil voorbij gegaan is. Zou de Nederlandse ruk naar rechts daarvoor iets tussen zitten? Deze kliniek werd opgericht door een handjevol Nederlandse allochtonen van Turkse origine, naar aanleiding van de grote ontevredenheid bij de allochtone bevolking over de Nederlandse gezondheidszorg. Sterker nog, volgens de Nederlandse zorgverzekeraars trekken er jaarlijks zo’n 30.000 Turken naar hun thuisland om daar een medische ingreep te ondergaan. Op haar website verklaart het ziekenhuisbestuur dat er een vertrouwensprobleem bestaat tussen de blanke Nederlandse artsen en de allochtone patiënten. Vatan (want zo heet de allochtonenkliniek) wil daarom een betere communicatie voeren door rekening te houden met de culturele achtergrond en geloofsovertuiging van de patiënt. Bovendien wil het ziekenhuis de stroom van Turkse patiënten naar het thuisland afremmen, omdat de medische instellingen er meer en duurdere medicatie voorschrijven en vaak onnodige onderzoeken en operaties uitvoeren. Het gaat dan ook immers om Westerse, meer vermogende Turkse patiënten.
Vanaf april 2011 komt er een nieuw energiedistributiebedrijfje op de Belgische markt: Orro Energy, een Nederlands bedrijf van de allochtone self-made miljonair Celal Oruç, bijgenaamd de koning van de etnomarketing. Celal begon als zoon van een Turkse migrant een kleine telefoonwinkel en een bescheiden gsm-bedrijfje, gericht op Turkse klanten. Dat bedrijfje verkocht hij aan KPN. Met zijn vermogen van 71 miljoen euro prijkt hij nu op nummer 371 van de 500 rijkste Nederlanders. In Nederland is Orro Energy, het nieuwe project van Celal, een ongelooflijk succes. Door handig in te spelen op reclametrends in Turkije en door gebruik te maken van Turkse media in Nederland zoals Nederlandse edities van Turkse kranten is Orro Energy de sterkst groeiende speler op de markt van de energiedistributie. Binnenkort stort het bedrijf zich ook in de verzekeringen en de bankproducten.
Wat vertelt de opmars van deze “etnomarketing” ons? In Nederland gebruikte paars zulke fenomenen voortdurend als multiculturele propaganda. Het ultieme bewijs dat de multicultuur werkte en goed functioneerde. Maar is dat werkelijk zo? Klein-links distantieerde zich in Nederland en vrij snel van deze propagandastoet. Etnomarketing is volgens hen het bewijs dat de vrije markt en het kapitalisme inherent racistisch zijn. Alles wat ons verdeelt (klasse, ras, inkomen), verzwakt ons (de gewone man), is een klassiek linkse slogan. Dus de verdeling die wordt gecreëerd door deze etnomarketing (inspelen op culturele en identitaire verdreemding), verzwakt ons en dus in essentie niet links. Voor hen zijn culturele breuklijnen niet inherent aan de mens, maar worden ze gecreëerd door het kapitalisme, waar de allochtonen dan met open ogen inlopen en op die manier een nieuwe Apartheid bewerkstelligen.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten