maandag 22 november 2010

Etnomarketing

In mei 2006 werd Bilaa-Riba Islamic Finance gelanceerd op de Nederlandse markt, de eerste islamitische financiële instelling in Nederland, gespecialiseerd in “halal” bankieren. Er wordt voornamelijk gehandeld in halal beleggingen: de bank koopt het product aan dat de krant graag hebben wil en verkoopt het met een meerwaarde door aan de klant, die het in schijven afbetaalt. Volledig renteloos uiteraard. Bilaa-riba is immers Arabisch voor “zonder rente”. En aangezien de klant daarmee niet kan profiteren van de Nederlandse renteaftrek, lobbyen de islamitische sociale drukkingsgroepen nu op de Nederlandse beleidsmakers om hen daarvoor te compenseren.
Vorige maand opende in Amsterdam de eerste allochtonenkliniek haar deuren. Het is lang geleden dat zo’n multiculturele hoogmis nog zo stil voorbij gegaan is. Zou de Nederlandse ruk naar rechts daarvoor iets tussen zitten? Deze kliniek werd opgericht door een handjevol Nederlandse allochtonen van Turkse origine, naar aanleiding van de grote ontevredenheid bij de allochtone bevolking over de Nederlandse gezondheidszorg. Sterker nog, volgens de Nederlandse zorgverzekeraars trekken er jaarlijks zo’n 30.000 Turken naar hun thuisland om daar een medische ingreep te ondergaan. Op haar website verklaart het ziekenhuisbestuur dat er een vertrouwensprobleem bestaat tussen de blanke Nederlandse artsen en de allochtone patiënten. Vatan (want zo heet de allochtonenkliniek) wil daarom een betere communicatie voeren door rekening te houden met de culturele achtergrond en geloofsovertuiging van de patiënt. Bovendien wil het ziekenhuis de stroom van Turkse patiënten naar het thuisland afremmen, omdat de medische instellingen er meer en duurdere medicatie voorschrijven en vaak onnodige onderzoeken en operaties uitvoeren. Het gaat dan ook immers om Westerse, meer vermogende Turkse patiënten.
Vanaf april 2011 komt er een nieuw energiedistributiebedrijfje op de Belgische markt: Orro Energy, een Nederlands bedrijf van de allochtone self-made miljonair Celal Oruç, bijgenaamd de koning van de etnomarketing. Celal begon als zoon van een Turkse migrant een kleine telefoonwinkel en een bescheiden gsm-bedrijfje, gericht op Turkse klanten. Dat bedrijfje verkocht hij aan KPN. Met zijn vermogen van 71 miljoen euro prijkt hij nu op nummer 371 van de 500 rijkste Nederlanders. In Nederland is Orro Energy, het nieuwe project van Celal, een ongelooflijk succes. Door handig in te spelen op reclametrends in Turkije en door gebruik te maken van Turkse media in Nederland zoals Nederlandse edities van Turkse kranten is Orro Energy de sterkst groeiende speler op de markt van de energiedistributie. Binnenkort stort het bedrijf zich ook in de verzekeringen en de bankproducten.
Wat vertelt de opmars van deze “etnomarketing” ons? In Nederland gebruikte paars zulke fenomenen voortdurend als multiculturele propaganda. Het ultieme bewijs dat de multicultuur werkte en goed functioneerde. Maar is dat werkelijk zo? Klein-links distantieerde zich in Nederland en vrij snel van deze propagandastoet. Etnomarketing is volgens hen het bewijs dat de vrije markt en het kapitalisme inherent racistisch zijn. Alles wat ons verdeelt (klasse, ras, inkomen), verzwakt ons (de gewone man), is een klassiek linkse slogan. Dus de verdeling die wordt gecreëerd door deze etnomarketing (inspelen op culturele en identitaire verdreemding), verzwakt ons en dus in essentie niet links. Voor hen zijn culturele breuklijnen niet inherent aan de mens, maar worden ze gecreëerd door het kapitalisme, waar de allochtonen dan met open ogen inlopen en op die manier een nieuwe Apartheid bewerkstelligen.
Welke analyse moeten wij maken? Levert het fenomeen van de etnomarketing het bewijs van het succes of het falen van de multicultuur? Laat één ding duidelijk zijn: er bestaat wel degelijk een etnisch-culturele breuklijn in West-Europa tussen de allochtonen en autochtonen. Die is heel erg voelbaar en zichtbaar, dus het hoeft ons niet te verwonderen dat de markt daar gretig op inspeelt. Zeker in een communicatieve en persoonlijke sfeer als de dienstensector en de “zachte” sector vormen culturele en taalkundige breuklijnen een ernstige barrière in de dienstverlening. Bovendien is het vrij ondernemerschap een hoeksteen van onze liberale westerse samenleving, dus is het onmogelijk om de etnomarketing moreel te veroordelen. Anderzijds moet hier wel de conclusie worden getrokken dat de markt – althans de dienstensector en de zachte sector – de etnisch-culturele breuklijnen volgt een er dus geen gemeenschappelijke consumentenmarkt is in de multiculturele samenleving. Het kan niet onze bedoeling zijn om aan culturele en identitaire assimilatie te doen door een allochtoon zijn identiteitsbeleving, die zich manifesteert op de markt van goederen en diensten, te ontzeggen. En net doordat zo’n assimilatie niet aan de orde is en net omwille van ons vrij ondernemerschap dragen we bij aan deze nieuwe vorm van maatschappelijke verzuiling. Eén ding is zeker: deze tendens richting segregatie wordt niet opgedrongen door de overheid, maar beantwoordt verzuchtingen van consumenten, autochtoon én allochtoon. Zoveel is duidelijk. En deze tendens kan absoluut niet de bedoeling geweest zijn van de architecten van de multiculturele samenleving. Moeten wij deze stille vorm van Apartheid met de loftrompet verwelkomen of demoniseren? Geen van beiden. Wij kijken toe en stellen vast.

fedasil: de verborgen agenda van de vakbonden

Dat België de laatste jaren wordt overspoeld door asielzoekers is geen geheim meer. Dat er geen middelen voorhanden zijn om die invasie degelijk te orkestreren evenmin. Het aantal asielaanvragen zal dit jaar de kaap van de 20.000 met gemak ronden. Voor de mensen uit de sector staat het water aan de lippen: de OCMW’s, Dienst Vreemdelingenzaken en Fedasil. Bij het aantreden van paars en haar multicul-collabo’s werd immigratie haast geruisloos hervormd tot een genationaliseerde industrie. In de 21e eeuw zou de welvaart van een land immers niet langer afgeleid worden aan haar productiviteit en haar consumptiepeil, maar aan haar culturele en etnische diversiteit. Een perverse gedachte die ook door de huidige regeringspartijen duchtig wordt verdedigd.
Nu legt Fedasil voor een uur het werk neer. Volgende week voor 24 uur. De werknemers van het agentschap voor asielzoekers willen op die manier protesteren tegen de ondraaglijke werkdruk door het stijgend aantal asielaanvragen. Een volledig legitieme mening, overigens. Het systeem kan de immigratiegekte van onze beleidsmakers niet verwerken, dus loopt het mis. Een overvloed aan vluchtelingen doet het systeem hopeloos crashen, met alle verwerpelijke gevolgen van dien. Op zo’n momenten fluistert het gezond verstand ons in dat de beleidsmakers de overvloed moeten aanpakken. Bij een ‘normaal’ immigratiedebiet crasht het systeem niet, dus laten we het debiet normaliseren. Maar van het gezond verstand hebben de syndicaten helaas geen kaas gegeten.
De vakbonden pleiten niet voor een indijking van de immigratie-tsunami. Allerminst. Ook zij gaan mee in de non-logica van de “verrijkte” multiculturele samenleving. Neen, zij pleiten voor meer personeel en een verbetering van het statuut, de werkvoorwaarden en de verbetering van de loopbanen. Hierin zitten twee elementen vervat. Laten we beginnen met het statutaire gedeelte.
Het probleem situeert zich op het niveau van de asielaanvragen, en niet op het niveau van het statuut van de Fedasil-ambtenaar. Dat is toch klaar? Men gaat ons toch niet wijsmaken dat de overvloed aan migranten en het falen van het opvangsysteem een oorzakelijk gevolg is van een krakkemikkig statuut? Of denken zij misschien dat deze invasie het gevolg zijn van hun jarenlange ijver en inzet voor de allochtonen, waar zij nu een opslag voor vragen? Of denken zij dat een ambtenaar die 200 euro meer verdient en 2 uur minder moet werken, meer dossiers zal kunnen verwerken? Wie gelooft deze syndicale aasgieren? Maak uzelf niet wijs dat zij bezorgd zijn om het welzijn van de migranten. Deze vraatzuchtige zwijnen wenden de schrijnende situatie aan om hun portie in de bodemloze trog van de schatkist te vergroten. Niets meer. Niets minder.
Maar dat is niet de grootste kink in de syndicale kabel. Merk op dat de vakbonden weigeren de analyse te maken dat de vraag naar asiel te groot is voor het aanbod aan middelen. Zij stellen daarom ook niet voor om de migratie te controleren. Integendeel, er moet meer personeel komen. Wat is de ware agenda van de syndicaten? Zij willen koste wat het kost hun steentje bijdragen in de multiculturele chaos. Meer personeel brengt vooreerst meer middelen met zich mee en hoe meer ambtenaren in het linkse raderwerk van de immigratie worden ingepast, hoe groter de druk die syndicaten als die van Fedasil op onze beleidsmakers kunnen zetten. Een zelfvoedend systeem om enerzijds aan zelfverrijking te doen via de vetpotten van het absurde links beleid en om anderzijds de fundamenten van de westerse samenleving, de individuele vrijheid en het kapitalisme, onderuit te halen. Jan Modaal is wakker geschud door Sarkozy en Merkel: de multicultuur heeft gefaald. Maar de multicultuur is slechts een product van een pervers mechanisme, georkestreerd door de linkse machthebbers, die op deze manier het kapitalistische Westen, waar zij als student zo vuren tegen vochten, alsnog, 20 jaar na het falen van hun eigen ideaal, willen onderuit halen. Wij zeggen: No pasaran. Het wordt tijd dat we de vijand bij naam noemen: niet Rachid de Marokkaan of Fahran de Aghaan. Neen, zij zijn slechts pionnen in het spel van de ware vijand: onze eigenste Jan en Mieke, de oude trotskisten, vandaag sociaaldemocraten, die gebrand zijn hun oude vete met het Westen te vereffenen. Dit nooit. Niet in onze naam.

dinsdag 17 augustus 2010

Multiculturalisme kent alleen maar verliezers

O. Delecreuze voor Het Vrije Volk
Linkse activisten dragen de schuld voor de fouten in het huidige integratiebeleid: sinds lang hebben die ieder debat onmogelijk gemaakt. Maar bovenal was en is het doel van de multiculturele campagnes de vernietiging van het eigene, "tot de overgrote meerderheid weet wat van hen verwacht wordt en de rol speelt die hen is opgelegd."



In Groot Brittannië had de massa-immigratie en daarmee de "multicultuur" als doel "de ziel van de natie te wijzigen," om "het demografische en culturele patroon van het land te veranderen," om door overmacht de verandering in houding te veroorzaken waar de Britse evenknie van de PvdA, Labour, zich de representant van beschouwde. Deze streefde naar "een multiculturele samenleving die zijn eigen geschiedenis zou moeten heroverwegen, en de traditionele trots vervangen door een besef van schuld."



Klootjesvolk



Ook in Nederland is het voorduren van de massa-immigratie zeer aannemelijk een opzettelijk project van de progressieve politiek die volgde op de ontrouw van de wegvluchtende kiezers waar vooral de PvdA eind zestiger mee te kampen had.[1] Volgens de Provo-beweging in die periode had de welvaartsmaatschappij het ontrouwe arbeiderselectoraat "in slaap gesust". De arbeiders waren ontaard tot een "grauwe, gemakzuchtige massa". Van dit "klootjesvolk" hoefde niemand mee iets positiefs te verwachten," schrijft Duco van Weerlee in Wat de provo’s willen.[2] Of in de taal van de Amsterdamse Provo’s:



"Bourgeoisie en voormalig proletariaat zijn samengeklonterd tot een groot grijs klootjesvolk, de misselijk makende middenstand, de torren en lieveheersbeestjes, de spruitjeseters."



Het is even wennen, schrijft Jos van Lans,[3] maar alras stijgt uit dit soort kritiek een groeiende sympathie op voor alles wat afwijkt, wat buiten de grauwe grijze middelmaat treedt. Het boek van Herman Milikowski 'Lof der onaangepastheid' trekt deze radicale kritiek door naar de onmaatschappelijkheidsbestrijding:



"Er treedt een bont palet van sociale bewegingen aan die zich rondom een specifieke identiteit manifesteren: de gekkenbeweging, de kraakbeweging, de milieubeweging, de jongerenbeweging, de vrouwenbeweging, de ene nog radicaler dan de andere."



Het gevolg was dat de uit de hand gelopen massa-immigratie voor de progressieve politiek nooit een issue werd of mocht worden. Alleen bij de grondwetsherziening begin jaren '80 speelde het een bijrol, maar dan alleen om immigranten het stemrecht toe te kennen (voor gemeenteraden), wat zeer lucratief zou zijn voor vooral linkse partijen. Aan de andere kant moest het morrende "klootjesvolk" onder controle gehouden worden. Daarvoor werden vooral begin 90'er jaren, na de val van het communisme, "multicultuur" en "diversiteit" het toneel opgevoerd en konden "de spruitjeseters" (inmiddels aangeduid met "onderbuik"[4]) die zich tegen die multicultuur durfde te uit te spreken ineens inherent als "racisten" bestempeld worden.



Over de moedwillige bevolkingspolitiek schreef de oud-diplomaat C. van Nispen tot Sevenaer in 2005:



"De massale immigratie is door bepaalde mensen nagestreefd. Terwijl Jacques Wallage fractievoorzitter was van de PvdA in de Tweede Kamer (coalitieregeringen van CDA, PvdA, VVD en D66), zijn onder een zogenaamd restrictief toelatingsbeleid tussen 1990 en 1999 één miljoen honderdertigduizend – legale – immigranten naar Nederland gekomen [CBS] met nu een totaal van 3 miljoen mensen van allochtone afkomst, 20 procent van de Nederlandse bevolking. Wallage, (oud burgemeester van Groningen, recent informateur van het mislukte Paars Plus), zegt: "Wie zijn wij om een eerstgeboorterecht uit te oefenen, hoezo is Nederland voor zijn inwoners? Iedereen heeft recht op dit stukje aarde, waarom zouden wij, toevallige inwoners, daar enig bijzonder recht op doen gelden?"



Multiculturalisme is tweedeling



In het rapport "De armoedigheid van het multiculturalisme", dat in hetzelfde jaar, 2005, werd uitgebracht door de denktank Civitas, werd geconcludeerd dat het politieke concept "multiculturalisme", raciale scheidslijnen bevordert (ofwel: tweedeling), en mogelijk heeft bijgedragen aan de zelfmoordaanslagen in het Verenigd Koninkrijk. Het rapport bekritiseeert de overtuigde multiculturalisten:



"…die beweren dat geen enkele cultuur is beter dan een andere, maar ook de eersten zijn om te benadrukken dat de westerse cultuur eigenlijk minderwaardig is. Het feit dat de plegers van de zelfmoordaanslagen in Londen geboren en getogen zijn in Groot-Brittannië en door de staat zijn aangemoedigd om anders te zijn, toont aan dat het harde multiculturalisme het niet alleen in zich heeft om verdeeldheid te zaaien maar ook zondermeer dodelijk kan zijn."



In een Franse studie uit 2007, Seculariteit in de Lage Landen? Over hoofddoekjes in een neutrale staat,[5] werd zelfs specifiek gewaarschuwd voor het Nederlandse multiculturalisme: "Wat is er in de ogen van de Fransen mis gegaan met het Nederlandse minderhedenbeleid?" Volgens dit rapport van de Franse Commissie-Stasi uit 2007, maakt de Nederlandse politiek zich schuldig aan een destructieve vorm van multiculturalisme. De typisch Nederlandse zuilen-traditie heeft allochtone groepen aangemoedigd tot zelf-organisatie in gesloten culturele gemeenschappen: "Sinds de jaren zestig is Nederland aan het wegglijden in communitarisme."



Jacqueline Costa, lid van de delegatie van de commissie-Stasi die ter plaatse onderzoek heeft verricht naar de Nederlandse situatie, beweert dat het rapport uit beleefdheid veel te mild is geformuleerd. Naar haar mening zou het accurater zijn geweest om te zeggen dat de integratie in Nederland is uitgelopen tot een complete mislukking:



"De traditionele Nederlandse tolerantie heeft zich tegen zichzelf gekeerd met het bieden van een veilige haven aan islamisten die het als operationele basis gebruiken om de liberale staat van binnenuit op te blazen. Het Rapport Stasi werd sterk beïnvloed door de negatieve bevindingen in Nederland"



Rekening houdend met het feit dat Nederland als afschrikwekkend voorbeeld kan dienen, heeft de Commissie daaropvolgend vastgesteld dat de Nederlandse manier koste wat kost vermeden moest worden. "Deze situatie voedt etnische en religieuze spanningen en doet het anti-semitisme heropleven…"



Terug naar de middeleeuwen



Valentina Colombo in Decepties, Dwalingen en Slachtoffers van het Multiculturalisme wijst op de verzuiling waar ook het Franse rapport aan refereerde, als voorloper van het multiculturalisme. Die verzuiling had als opzet "een vreedzame samenwerking mogelijk te maken tussen de leiders van de verschillende zuilen, maar met nog grotendeels gescheiden achterbannen" [maar volgens Paul Scheffer, "wel met een algemeen aanvaarde grondwet en kon worden uitgevochten in een en dezelfde taal."] Vandaag de dag echter zou dergelijke verzuiling met verschillende codes en rechtsvormen, zoals de sharia, onvermijdelijk leiden tot een vergaande en gevaarlijke discriminatie van vrouwen: "Het probleem zit in het misplaatste geloof dat deze wandaad uitsluitend iets van- en voor de minder fortuinlijke immigranten zou zijn, en de samenleving als geheel onaangetast zou laten." Multiculturalisten pleiten voor uitbreiding van een pertinent gelijke status voor de verschillende etnische en religieuze groepen, "echter zonder het bevorderen van welke etnische, religieuze of culturele waarden dan ook."
Colombo haalt twee recente door moslimvrouwen geschreven boeken aan die het multiculturalisme definiëren als "een dwaling" en "een deceptie." Der Multikulti-Irrtum, Wie wir in Deutschland besser zusammen leben können ("De Multiculti-dwaling"), gepubliceerd in Duitsland in 2007, geschreven door Seran Ates, een advocaat die geboren is in Istanbul en getogen in Duitsland; en L'Inganno - Vittime del Multiculturalismo ("De Deceptie, Slachtoffers van Multiculturalisme") dat verscheen in Italië in 2010 en was geschreven door Souad Sbai, een Italiaans parlementslid en journalist, geboren in Marokko, opgegroeid in Duitsland en woonachtig in Italië.
Beide auteurs hebben – op verschillende manieren – met allochtone vrouwen gewerkt. En allebei stellen ze dat het multiculturalisme niet alleen achterhaald is, maar vooral tegen de rechten van de vrouw indruist:
Seyran Ates, die in toenemende mate werd verstikt door haar autoritaire huiselijke omgeving, besloot op haar zeventiende weg te lopen van haar familie. Zij zocht toevlucht in een opvanghuis voor vrouwen, waar ze in een gemeenschap terecht kwam van mishandelde Turkse en Duitse vrouwen. Een gewapende ultra-nationalistische groep Turkse jongeren viel in 1984 de vrouwen in het centrum aan. Ates werd in de keel geschoten en raakte ernstig gewond, een vrouw naast haar werd gedood.

Het kostte Ates vijf jaar om te herstellen van de wonden en het trauma. Na deze aanslag op haar leven besloot ze dat niemand het recht had haar droom om advocaat te worden te vernietigen, en ging zich inzetten voor de rechten van vrouwen. In 2007, na weer een doodsbedreiging, stopte ze met haar werk als advocaat voor Turkse migrantenvrouwen. Maar haar gedrevenheid behield ze: in de hoop de situatie in Duitsland te kunnen veranderen ging ze schrijven. Haar boek, "De Multiculti-dwaling" is een heldere analyse van de situatie in haar land.
Ates beschouwt met name linkse activisten als de schuldigen voor de fouten in het huidige integratiebeleid: sinds lang hebben die ieder debat onmogelijk gemaakt.

Ondanks alles waar linkse activisten zich voor inzetten, stelt Ates dat zij nooit goed hebben gekeken naar wat er werkelijk gaande is binnen de gemeenschappen die zich in Duitsland [en elders in de Westerse wereld] hebben gevestigd. Zij schrijft dat een nadere bestudering van de derde generatie de gevolgen laat zien van waar Duitsland in de afgelopen decennia in is gefaald: een groot deel van haar boek is gewijd aan vrouwen en geweld – gedwongen huwelijken, eerwraak en geweld in het algemeen.
Souad Sbai, een Italiaans parlemenslid die sinds jaar en dag met allochtone vrouwen werkt, beschouwt de situatie van moslimvrouwen in het Westen als het resultaat van het falen van de "multiculturele samenleving" als geheel. Multiculturalisme, volgens Sbai, is een afschuwelijk veelkoppig monster en belichaamt twee van de belangrijkste fenomenen: 1. Het instrumentele gebruik van religie door islamisten om hun politieke doel en de onderwerping van de vrouw na te streven; 2. De afschaffing van de burgerlijke vrijheden en de waardigheid van de mens.
De ondertitel van haar boek, "Slachtoffers van het Multiculturalisme," identificeert het belangrijkste probleem als het resultaat van een juridische en politieke terugtreding, daar waar het gaat om het bevorderen van de universele rechten van de mens en het respecteren van de centrale plaatsing en de onaantastbaarheid van het individu. Hoewel het woord "slachtoffers" hier kan klinken alsof het alleen verwijst naar allochtone vrouwen in het Westen en hun segregatie in een wereld van onnozelheid en geweld, heeft het een universele waarde: De boodschap in haar boek is dat elke persoon, man of vrouw, van welke religie ook, slachtoffer van islamisme en fanatisme kan worden.
Volgens Souad Sbai, is deceptie de blind makende illusie van het multiculturalisme: de weigering om het karakter van een ideologie [islam] en de rampzalige gevolgen ervan te erkennen, maar ook de neiging van mensen om muliculturalisme te verwarren met "iets positiefs." Deceptie is, zo stelt Souad Sbai, de promotie van abstracte ideeën en ideologieën van mensenrechten en universeel broederschap op zodanige wijze dat ze ironisch genoeg degenereren in een perverse vorm van onverschilligheid en ontkenning van rechten. Deceptie is een juridisch en cultureel relativisme dat de schuldigen vrijpleit en weerloze vrouwen geslagen, verkracht, verbrand, en misbruikt laat.
Colombo eindigt haar artikel met te stellen dat we het niet kunnen toelaten dat vrouwen in het Westen in hun geboorteland gediscrimineerd worden, of, zoals Souad Sbai zegt, "dat vrouwen in het algemeen in Europa worden teruggeleid naar de middeleeuwen". Souad Sbai zegt op haar eigen website:
"Het beginsel van de politieke correctheid vergt een absoluut respect voor de cultuur van niet-westerse volkeren, wat multiculturalisme genoemd wordt. Maar wat als die niet-westerse culturen in hun gedrag geen respect voor vrouwen kennen? (…) Het multiculturalisme kent alleen maar slachtoffers. Slachtoffers als Hina Saleem uit Brescia, de Pakistaanse die door haar vader onthoofd werd en in de tuin begraven "omdat zij zich gedroeg als een christen"; als Bouchra, een Marokkaanse uit Verona, die doodgestoken werd door haar man omdat zij weigerde de sluier te dragen; als Fouzia, de Egyptische uit Milaan die door haar echtgenoot voor de ogen van haar driejarige dochtertje gewurgd werd en vervolgens in een park gedumpt, omdat zij zich westers kleedde; als Fatima Saamali, de Marokkaanse uit Aosta die door haar man werd vermoord omdat zij aan de politie had gerapporteerd dat zij door haar man mishandeld werd…"



Multiculturalisme, voorbode voor de Goelag?

door Frank Ellis
"Omwille van het dagelijks bestaan was het zondermeer noodzakelijk, of soms van belang, om goed na te denken alvorens iets te zeggen; maar een lid van De Partij die benaderd werd voor een politiek of ethisch oordeel, werd geacht in staat te zijn de correcte zienswijzen net zo volautomatisch uit te sproeien als een machinegeweer dat met kogels doet." – George Orwell, "1984".
Er bestaat geen succesvolle samenleving die een spontane neiging tot multiculturalisme of multi-etniciteit kent. Succesvolle en duurzame samenlevingen vertonen een hoge mate van homogeniteit. Degenen die het multiculturalisme voorstaan zijn hier óf niet van op de hoogte, óf – wat waarschijnlijker is – beseffen terdege dat als zij de Westerse samenlevingen willen transformeren tot strikt gereguleerde, etnisch-gefeminiseerde bureaucratieën, ze eerst die samenlevingen zullen moeten saboteren.
Deze transformatie is even radicaal en revolutionair als indertijd het project was om het communisme in de Sovjet-Unie te vestigen. Net als dat ieder aspect van het leven onder politieke controle moest worden gebracht – zodat de commissarissen hun visie aan de samenleving konden opleggen – hopen de multiculturalisten ieder aspect van ons leven te controleren en te domineren. Hoewel hun variant in vergelijking met de genadeloze tirannie van de Sovjets wat softer en milder lijkt, is het wél één waarmee ze ons hopen net zo strak te kunnen houden als een gevangene in de Goelag: de tegenwoordige "politieke correctheid" stamt immers rechtstreeks af van die communistische terreur en -hersenspoeling.
Wat het multiculturalisme – in tegenstelling tot het direct herkenbare vreemde implantaat communisme – bijzonder verraderlijk en moeilijk te bestrijden maakt, is dat het zich de morele en intellectuele infrastructuur van het Westen toeëigent. Hoewel het zich voordoet als een voorvechter van de diepste overtuigingen van het Westen, is het daar in feite een perversie van en breekt het systematisch het hele idee van het Westen af.
Wat wij "politieke correctheid" noemen stamt uit de Sovjet-Unie van de jaren '20 (politicheskaya pravil’nost heette dat in het Russisch), en was de uitwaaiering van de politieke controle naar onderwijs, psychiatrie, ethiek en gedrag. Het was een essentieel element in het streven om alle aspecten van het leven in overeenstemming te brengen met de ideologische orthodoxie (wat het onderscheidend kenmerk is van alle totalitaire regimes). In het post-Stalin-tijdperk betekende politieke correctheid zelfs dat dissidentie werd gezien als het symptoom van een psychische aandoening, waarvoor permanente opsluiting de enige kuur was.
Zoals Mao Tse-Tung, de Grote Roerganger, stelde: "Het niet hebben van een politiek correcte oriëntatie is als het niet hebben van een ziel." Mao's Rode Boekje staat vol met aansporingen om het juiste pad van de communistische gedachte te volgen, en eind jaren '60 had de maoïstische politieke correctheid zich al stevig in de Amerikaanse en Europese universiteiten genesteld. De laatste fase van die ontwikkeling waar we nu sinds ruim twee, drie decennia getuige van zijn, is het resultaat van een kruisbestuiving met de nieuwste "ismen:" anti-racisme, feminisme, structuralisme, post-modernisme [en het opkomende islamisme], die nu de universitaire curricula domineren. Het resultaat is een nieuwe en virulente stam van het totalitarisme, dat duidelijke parallellen heeft met het communistische tijdperk. De hedendaagse dogma's hebben geleid tot rigide eisen met betrekking tot woordgebruik, het denken en het gedrag, en de onwilligen worden behandeld alsof zij mentaal onevenwichtig zijn, net als de Sovjet-dissidenten indertijd.
Matthijs van Nieuwkerk: "U zegt dat mensen die op Wilders stemmen, en dan vooral de mensen die de krant lezen en gezond verstand hebben, want die zijn toerekeningsvatbaar dan blijkbaar."

Maarten van Rossum: "Ik kan me niet voorstellen dat je een gezond verstand hebt en dan op Wilders stemt."
Matthijs van Nieuwkerk: "Maar wat er nu gebeurt is, we hadden hier gisteren Bram Moszkovicz zitten, de advocaat van Geert Wilders… Herman van Veen vergeleek de PVV met de NSB… u zegt nu dat de mensen die op Wilders stemmen zijn niet goed bij hun hoofd."
Maarten van Rossum: "Ja, daar komt het in grote trekken op neer."
Matthijs van Nieuwkerk: "Dus u denkt dat demonisering, want dat woord valt nogal eens de laatste tijd, en Bram Moszkovicz had het er ook weer over, gaat door."
Maarten van Rossum: "Nou, ik zie dat helemaal niet als demonisering, het gaat erom dat vrij makkelijk kan worden aangetoond dat in feite de wereld die, die Wilders aan zijn kiezers aandoet …biedt, dat dat een paranoïde waanwereld is, dat 'ie in feite heel weinig of niets met de werkelijkheid van doen heeft."

Matthijs van Nieuwkerk: "Maar d'r zijn er meer dan één miljoen mensen niet goed bij hun hoofd op dit moment in Nederland."
Maarten van Rossum: "Ik denk dat dat op zichzelf al een vrij conservatieve conclusie is." (publiek lacht).
Er zijn er die gesteld hebben dat het onrechtvaardig is om het regime van Stalin als "totalitair" te kenschetsen, erop wijzend dat één man, hoe genadeloos hij ook de macht uitoefende, onmogelijk alle handelingen van de staat kon controleren. Maar in feite hoefde hij dat ook helemaal niet. Totalitarisme is veel meer dan staatsterreur, censuur en concentratiekampen; totalitarisme is een geestestoestand waarin het idee van een prive-mening of eigen standpunt uitgewist is. De totalitaire propagandist dwingt de mensen om te geloven dat slavernij vrijheid is, vunzigheid een beloning, onwetendheid kennis, en dat een streng gesloten samenleving de meest open samenleving in de wereld is. En zodra ervoor is gezorgd dat genoeg mensen op deze manier zijn gaan denken, is er spake van functioneel totalitairisme: zelfs als een dictator het allemaal niet persoonlijk onder controle heeft.
Tegenwoordig uiteraard, wordt men voorgehouden dat diversiteit winst is, perversiteit een deugd, succes onderdrukking, en dat het keer op keer herhalen van deze ideeën een uitdrukking van "tolerantie" en "diversiteit" is. Inderdaad, de multiculturele revolutie zorgt overal voor subversie, net als de communistische revoluties dat deden: juridisch activisme ondermijnt de rechtsstaat, "tolerantie" ondergraaft de omstandigheden die een echte tolerantie mogelijk maakt; universiteiten – die paradijzen van het waardevrije onderzoek zouden moeten zijn – praktiseren een censuur die dat van de Sovjets naar de kroon steekt. Tegelijkertijd is er een tomeloze drang naar "gelijkheid": de Bijbel, Shakespeare, rap-teksten, zijn simpelweg teksten met "gelijkwaardige perspectieven"; afwijkend en crimineel gedrag is een "alternatieve leefgewoonte" (of "andere cultuur"). Dostojewski's Misdaad en Boete zou vandaag de dag met de titel Criminaliteit en Counseling zijn uitgegeven.
In het communistische tijdperk was de totalitaire staat gebaseerd op geweld. De zuiveringen van de jaren '30 en de Grote Terreur (wat Mao's model voor de Culturele Revolutie werd) pasten geweld toe tegen de "klassevijanden" om loyaliteit af te dwingen. Partijleden tekenden zonder scrupules doodvonnissen voor "vijanden van het volk", met een vanzelfsprekend geloof in de juistheid van de aanklachten, wetende dat de beschuldigden in werkelijkheid onschuldig waren. In de jaren '30, rechtvaardigde de collectieve schuld het vermoorden van miljoenen Russische boeren. Zoals door Robert Conquest aangehaald in The Harvest of Sorrow (p.143), was de visie van de Staat op deze klasse dat:
"…niet één van hen zich schuldig aan iets had gemaakt, maar zij behoorden nu eenmaal tot een klasse die schuldig was aan alles."
Het stigmatiseren van complete instituties en sociale groepen ["spruitjeseters" of de "onderbuik"] maakt het veel gemakkelijker om een grootschalige verandering te bewerkstelligen. Hierin ligt natuurlijk de aantrekkelijkheid van het onderwerp "racisme" en "seksisme" voor de hedendaagse cultuurafbrekers – de zonde kan dan worden uitgestrekt tot ver voorbij het individu, om instellingen, literatuur, taal, geschiedenis, wetten, gebruiken, en complete beschavingen binnen bereik te brengen. De beschuldiging van "institutioneel racisme" [evenals als "xenophobie" en "islamofobie"] is niet anders uit te leggen dan het tot een vijand van het volk verklaren van een complete economische klasse. "Racisme" en "seksisme", de aanvalswapens van het multiculturalisme, zijn Grote Ideeën, net als wat de klassenstrijd betekende voor de communisten; en de gevolgen zijn hetzelfde. Als een misdrijf gecollectiviseerd wordt kan iedereen schuldig zijn, alleen omdat zij tot de verkeerde groep behoren. De jonge autochtonen die het slachtoffer zijn van raciale voorkeuren [van "positieve" discriminatie bijvoorbeeld], zijn de hedendaagse Russische boeren. Zelfs als zij nog nooit eigenhandig iemand onderdrukt hebben, "behoren zij tot het soort dat schuldig is aan alles."
Het doel van deze multiculturele campagnes is de vernietiging van het eigene. De mond beweegt, de juiste gebaren volgen, maar het is de mond en het zijn de gebaren van een zombie, van een nieuwe Sovjet-mens of – zoals tegenwoordig – een Politiek Correcte Mens.[7] Zodra er maar genoeg mensen op deze wijze geconditioneerd zijn, is geweld niet langer noodzakelijk. We bereiken dan het steady-state totalitarisme, waarin de overgrote meerderheid weet wat van hen verwacht wordt en de rol speelt die hen is opgelegd.

Het Russische experiment met de revolutie en totalitaire social engineering is uitvoerig geboekstaafd door twee van de grootste schrijvers van dat land, Fjodor Dostojevski (1821-1881) en Aleksandr Solzjenitsyn (1918-2008). Zij ontleedden op briljante wijze de methoden en psychologie van de totalitaire controle. Dostojewski's De Bezetenen [uit 1872, ook verschenen met de titel Duivels] kent geen gelijke in zijn indringende en verontrustende analyse van revolutionaire en utopische gedachten. De "bezetenen" zijn radicale studenten van de midden-en hogere klassen die flirten met iets wat ze niet begrijpen. De heersende klasse probeert bij hen in de gunst te komen en de universiteiten hebben in wezen de oorlog verklaard aan de samenleving als geheel. De luide roep van de studenten-radicalen is vrijheid: de bevrijding van de gevestigde normen van de samenleving, de bevrijding van de zeden, de bevrijding van ongelijkheid en van het verleden.
Hans Vandeweghe in De Morgen: "De Bezetenen van Fjodor Dostojevski vertelt het verhaal van de terroristische nihilisten van Sergei Nechajev. In zijn roman beschrijft Dostojevski de grotere maatschappij waarin ze actief zijn. Alle slimmerds, van de rechters tot de weldenkende en welvarende dames, staan aan Nechajevs kant. Tijdens het theedrinken fezelen de dames tegen elkaar: 'Prachtig toch wat die kerels willen bereiken. Jammer dat ze niet goed begrepen worden.' Diezelfde houding trof je ook aan in Duitsland tijdens de terreur van de Rote Armee Fraktion. In die periode was ik in Berlijn om research te doen voor mijn doctoraalscriptie. Ik huurde een flat van vage, gefortuneerde kennissen, die zeer sympathiek stonden tegenover de terroristen van de RAF. In de flat onder die van mij hebben ze lange tijd een koppel gehuisvest dat actief was in de Baader-Meinhofgroep. Mijn huisbaas – een kaviaarsocialist – was er erg trots op dat hij dat soort mensen onderdak verleende. In rijke linkse kringen golden RAF-terroristen als een statussymbool…"
Rusland's onderdompeling in moord en krankzinnigheid is een krachtige waarschuwing voor wat er gebeurt wanneer een natie de oorlog verklaart aan het verleden in de hoop een aards paradijs [socialistische heilstaat] op te kunnen bouwen. Dostojevski leefde niet lang genoeg om getuige te zijn van de gruwelen die hij had voorzien, Solzjenitsyn echter maakte ze mee uit eerste hand. "De Goelag Archipel" en "Augustus 1914" kunnen worden gezien als een geschiedenis van ideeën, van pogingen om verslag uit te brengen van het verschrikkelijke lot dat Rusland trof na 1917.
Solzjenitsyn wijst op het onderwijs – op de manier waarop leerkrachten het als hun plicht zagen om een soort van vijandigheid in te prenten tegen iedere vorm van traditionele autoriteit – als de belangrijkste factor die verklaart waarom de jeugd van Rusland werd verleid voor socialistische revolutionaire ideeën. In het Westen gedurende de jaren '60 en '70 – die collectief "de jaren '60" genoemd kunnen worden – zien we een krachtige echo van de collectieve mentale capitulatie die in de jaren '70 van de negentiende eeuw in Rusland plaatsvond, en werd voortgezet in de revolutie (van 1917).
Solzjenitsyn in een lezing in 1978: "Het is vrijwel universeel erkend dat het Westen de hele wereld een manier toont voor succesvolle economische ontwikkeling, hoewel dat in de afgelopen jaren sterk is verstoord door een chaotische inflatie. Veel mensen in het Westen echter zijn niet tevreden met hun eigen samenleving. Zij verachten het, of beschuldigen het niet op het niveau van volkomenheid te zijn dat door de mens bereikt is. Een aantal van zulke critici wenden zich tot het socialisme, wat een valse en gevaarlijke stroming is.
Ik hoop dat niemand hier mij ervan zal verdenken dat mijn persoonlijke kritiek op het Westerse systeem bedoeld is om het socialisme als een alternatief te presenteren. Als iemand die het toegepaste socialisme heeft meegemaakt in een land waar het alternatief gerealiseerd is, zal ik mij er zeker niet voor uitspreken. De bekende Russische wiskundige Shafarevich, lid van de Russische Academie van Wetenschappen, heeft een briljant boek geschreven met de titel Socialisme, een grondige analyse die aantoont dat het socialisme van elk type en soort leidt tot een totale vernietiging van de menselijke geest en tot een nivellering van de mensheid in de dood. Shafarevich's boek werd bijna twee jaar geleden gepubliceerd in Frankrijk en tot nu toe is niemand gevonden die het kon weerleggen." (…)
Het communistische regime in het Oosten kon stand houden en groeien als gevolg van de enthousiaste steun van een enorm aantal westerse intellectuelen die verwantschap voelden en weigerden om de misdaden van het communisme te zien. Toen ze hier niet meer onderuit konden, probeerden ze het te vergoeilijken. In onze Oost-Europese landen heeft het communisme een complete ideologische nederlaag geleden, het is niks en minder dan niks. Maar westerse intellectuelen kijken er nog steeds naar op met belangstelling en empathie…
Eén van de echo's van het marxisme die vandaag de dag maar blijft nagalmen, is het idee dat waarheid in een klasse zit opgesloten (of geslacht of ras of erotische geaardheid). De waarheid is dan niet iets dat kan worden vastgesteld door rationeel onderzoek, maar is afhankelijk van het perspectief van de spreker. In het multiculturele universum is het perspectief van een persoon "getaxeerd" naar klasse. Feministen en allochtonen bijvoorbeeld hebben een grotere aanspraak op de waarheid, omdat ze "onderdrukt" zouden worden. In de ellende van die "onderdrukking" vinden zij de waarheid eerder dan bij de witte heteroseksuele mannen die hen "onderdrukken". Dit is een perfect spiegelbeeld van de morele en intellectuele superioriteit van het marxistische proletariaat ten opzichte van de bourgeoisie. Tegenwoordig verleent "onderdrukking" een "bevoorrecht perspectief" dat in wezen onfeilbaar is. Om een uitdrukking uit Robert Bork's Naar Gomorra te parafrasereren, zijn etnische minderheden en feministische activisten "gestaald tegen het logische argument" – net zoals de ware communistische gelovigen dat waren.
Inderdaad, feminisme- en anti-racisme-activisten verwerpen openlijk de objectieve waarheid. Ervan overtuigd dat ze hun oppositie geïntimideerd hebben, zijn feministen in staat om allerlei eisen af te dwingen om de veronderstelling dat mannen en vrouwen in alle opzichten gelijk zijn van een waarheid te voorzien. Wanneer de resultaten niet overeenkomen met dat geloof, dienen die alleen maar als nog meer bewijs van de witte, mannelijke kwaadaardigheid.
Wat het meest deprimerend is om te zien in het Westen van vandaag, met name in de universiteiten en in de media, is de bereidheid om het feminisme te propageren als een belangrijke bijdrage aan kennis en zich te onderwerpen aan haar absurditeiten. Opmerkelijk is dat dit geen fysiek geweld vereist. De wens geaccepteerd te worden maakt het dat mens zich slaafs opstelt ten opzichte van deze middenklasse van would-be revolutionairen. Peter Verkhovensky, die moord en doodslag regisseerde in Dostojevski's Duivels, spreekt met bewonderenswaardige minachting: "Alles wat ik hoef te doen is mijn stem verheffen en ze te vertellen dat ze niet links genoeg zijn." Uiteraard spelen de anti-racismeclubs hetzelfde spel: beschuldig een laat-20e eeuwse linksliberaal van "racisme" of "seksisme" en zie hoe hij uiteenvalt in een orgie van zelfkastijding en maoïstische zelfkritiek. Zelfs "conservatieven" krimpen ineen bij het horen van die woorden.
Aloude vrijheden en veronderstellingen van onschuld hebben geen enkele betekenis waar het "racisme" betreft: u bent schuldig tot het tegendeel bewezen is, wat bijna onmogelijk is, en zelfs dan bent u nog altijd verdacht. Een beschuldiging van "racisme" heeft nagenoeg hetzelfde effect als de beschuldiging van hekserij had in het 17e eeuwse Salem.
Het is de kracht van de beschuldiging van "racisme" dat het de hoon smoort die anders zou volgen op het idee dat we de "diversiteit moeten waarderen". Maar als "diversiteit" de autochtonen werkelijk voordeel zou bieden, zouden zij er veel meer van willen, en graag zien dat nog meer steden aan immigranten zouden worden overgedaan. Maar natuurlijk staan zij niet in een rij te dringen om diversiteit en multiculturalisme te omarmen: ze maken dat ze wegkomen in de tegenovergestelde richting. Het aanprijzen van diversiteit is een hobby voor mensen die niet dagelijks met de voordelen ervan geconfronteerd worden.
Een multiculturele samenleving is een samenleving die inherent vatbaar is voor conflicten, niet voor harmonie. Dit is waarom wij een enorme groei in de overheidsbureaucratieën zien die zich wijden aan het oplossen van geschillen die langs etnische en culturele lijnen onstaan. Deze conflicten kunnen nooit definitief worden opgelost omdat de bureaucraten één van de belangrijkste oorzaken ervan ontkennen: ethiciteit. Dit is waarom er zoveel over "multicultureel" gesproken wordt in plaats van het meer precieze "multi-etnisch." Steeds meer veranderingen en wetten worden doorgevoerd om de ontvangende samenleving meer verwant te maken met etnische minderheden. Dit veroorzaakt alleen maar nog meer eisen, en moedigt de ongewapende oorlog tegen de autochtonen aan, tegen hun beschaving, en zelfs tegen het hele idee van het Westen.
Hoe wordt een dergelijk radicaal programma doorgevoerd? De Sovjet-Unie had een enorm censuur-apparaat – de communisten censureerden zelfs stadsplattegronden – en het is vermeldenswaard dat er twee soorten censuur waren: de openlijke censuur door overheidsdiensten, en de meer subtiele zelfcensuur die inwoners van "volksdemocratieën" zich al snel hadden aangeleerd.
De situatie in het Westen is niet zo enkelvoudig. Er is [nog] niet iets dat vergelijkbaar is met Sovjet-achtige overheidscensuur en toch kennen we een opzettelijke onderdrukking van afwijkende meningen. Arthur Jensen, Hans Eysenck, J. Philippe Rushton, Chris Brand, Michael Levin en Glayde Whitney zijn allemaal eind negentiger jaren verketterd voor hun standpunten over etnische kwesties. De zaak van de Canadese professor Rushton [wiens onderzoek naar intelligentie en raciale verschillen door mensenrechtenactivisten werd veroordeeld als 'racistisch'] was vooral verontrustend omdat zelfs zijn wetenschappelijke werk door de politie werd onderzocht. De poging om hem tot zwijgen te brengen waren gebaseerd op de bepalingen in de Canadese hate speech-wetgeving. Dit is precies het soort intellectuele terreur dat men in de oude Sovjet-Unie kon verwachten. Om het dan toegepast te zien in een land dat er prat op gaat een toonbeeld te zijn van een Westerse liberale democratie, is één van de meest verontrustende uitvloeisels van het multiculturalisme.
Een controlemodus over de publieke opinie die meer omvloerst is dan regelrechte censuur is de huidige obsessie met fictieve rolmodellen. Het feministische en anti-racistische thema wordt voortdurend in films en televisieprogramma's verwerkt, wat een voorbeeld is van Bartold Brecht's stelling dat de marxistische kunstenaar de wereld niet moet zien zoals het is, maar als zoals het zou moeten zijn. Dit is bijna rechtstreeks ontleend aan het Sovjet achtige socialistisch-realisme, met geïdealiseerde voorstellingen van stoere proletariërs die het kapitalistische ongedierte te lijf gaan.
Het multiculturalisme heeft dezelfde ambities als het Sovjet-communisme. Het is absolutistisch in de uitvoerig van haar verschillende agenda's, maar relativeert tegelijkertijd alle gezichtspunten van anderen in zijn aanval op haar vijanden. Het multiculturalisme is een ideologie die een einde maakt aan alle andere ideologieën, en deze totalitaire aspiratie leidt tot twee gevolgen: ten eerste moet het multiculturalisme overal alle oppositie elimineren: er kan en mag geen veilig toevluchtsoord zijn voor dissidenten. Ten tweede moet, zodra het eenmaal vaste grond onder de voeten heeft gekregen, het multiculturele paradijs ten koste van alles verdedigd worden. De socialistische orthodoxie dient dan behouden te blijven met alle middelen die de overheid ter beschikking staat.
Een dergelijke (multiculturele) maatschappij is hard op weg totalitair te worden. Misschien nog niet direct met strafkampen, maar wel met heropvoedingscentra voor die trieste wezens die maar blijven volharden in hun "hegemonische witte-mannen discours." Eerder dan met het harde totalitarisme van de Sovjetstaat, hebben we dan met een mildere variant van doen waar onze geesten worden ingekwartierd door de staat. We zouden dan bevrijd worden van de last van het nadenken en daarom niet in de ketterij van politieke incorrectheid kunnen vervallen.
Als we het multiculturalisme zien als de zoveelste uiting van het 20ste-eeuwse totalitarisme (socialisme, fascisme, nazisme, communisme, enz), kunnen we ons dan troosten met de gedachte dat de Sovjet-Unie toch uiteindelijk ineenstortte? Is het multiculturalisme een fase, een periodieke crisis waar het Westen doorheen moet, of vertegenwoordigt het misschien iets fundamentelers en iets wat onomkeerbaar is?
Ondanks de inspanningen van pro-Sovjet elementen werd het Sovjet-imperium wel degelijk door het Westen als een bedreiging herkend. Het multiculturalisme echter wordt niet op een vergelijkbare wijze als bedreiging gezien. Hierdoor blijven veel van de aannames en doelstellingen van het multiculturalisme zonder weerwoord. Toch zijn er een aantal redenen voor optimisme, bijvoorbeeld de snelheid waarmee de term "politieke correctheid" opgepakt werd. De zichzelf onkwetsbaar achtende radicalen werden hier compleet door verrast, maar dit is slechts een kleine winst.
Op de termijn zal het belangrijkste slagveld van de oorlog tegen het multiculturalisme in de Verenigde Staten zijn. Deze strijd wordt dan waarschijnlijk een langzame, frustrerende uitputtingsslag. Maar als het mislukt, zal de waanzin van het multiculturalisme iets worden waar de witte Amerikanen mee zullen moeten leren leven. Natuurlijk, op een bepaald punt kunnen ze eisen dat er een einde komt aan het gestraft worden voor het falen van andere bevolkingsgroepen. Of, zoals professor Michael Hart in de negentiger jaren betoogde in The Real American Dilemma, zou een deling van de Verenigde Staten plaats kunnen gaan vinden langs etnische lijnen. Wat in de Balkan is gebeurd hoeft zich niet per sé tot dat deel van de wereld te beperken. Hoewel een etnische oorlog niet iets is waar de welgestelde radicalen bewust op aansturen, duwt hun beleid wel die kant op.
Tot dusver heb ik betoogd dat de onmiddellijke context voor het begrijpen van de politieke correctheid en het multiculturalisme, de Sovjet-Unie en haar catastrofale utopische experiment is. En toch is de politiek correcte/multiculturele mentaliteit al veel ouder. In Reflections on the Revolution in France, schetst Edmund Burke een portret van Franse radicalen die nog steeds, 200 jaar nadat hij het schreef, relevant is:

“Ze hebben geen respect voor de wijsheid van anderen, maar kopen dat af met een volle portie vertrouwen in zichzelf. Voor hen is 'omdat het oud is' al voldoende reden om de oude manier waarop de dingen gedaan werden te vernietigen. Ook met betrekking tot het nieuwe maken zij zich in het geheel geen zorgen over de tijd die een aanloop naar haast kost, want tijdsduur is geen kwestie voor diegenen die denken dat er voor hun tijd weinig of niets bereikt was, en die al hun hoop op het nieuwe richten."
Uiteraard staat het multiculturalisme ver af van een oplossing voor etnische of culturele conflicten. Integendeel zelfs: het multiculturalisme is de weg naar een speciaal soort van hel, naar iets wat we eerder gezien hebben in de gruwelijke 20ste eeuw; een hel die de mens — die de rede verlaat en in opstand komt tegen Gods schepping, voor zichzelf en anderen creëërt

"O, Westerse vrijheidslievende "linkse" denkers! O, linkse vakbondsmensen! O, Amerikaanse, Duitse, Nederlandse en Franse progressieve studenten! Dit alles zal nog steeds niet duidelijk genoeg zijn voor u. Het hele boek is voor u nutteloos geweest. Maar u zult alles meteen begrijpen wanneer u zelf – "met de handen op de rug" – onze Archipel binnenstrompelt."[10]

maandag 9 augustus 2010

"Christus nodigt uit en niet u!" - vrijheid van geloofsbeleving voor iedereen

de (on)zin van Wilders

"Ondergraaft Wilders de rechtstaat?", Joost Niemöller voor het Vrije Volk


Het is de hype van de dag: Wilders verwijten dat hij de rechtsstaat ondermijnt. Maar kennelijk zijn z’n tegenstanders ‘vergeten’ dat juist Wilders zich zorgen maakte over de uitholling van de rechtsstaat en dat hij met voorstellen kwam om dat te veranderen.
Als het over Wilders gaat, gaat het dezer dagen in één moeite door over de rechtsstaat. Huizenhoog klotst daarbij de retoriek over de plinten. Er wordt van alles geroepen en bijna niks onderbouwd.
Tijdens de verkiezingen zei Job Cohen bijvoorbeeld dat de rechtsstaat bij Wilders ‘niet in goede handen’ zou zijn. Aantjes sprak in precies gelijke woorden. Later zei Cohen weer dat Wilders ‘tegen de rechtstaat schuurt’. Beeldspraak die bleef hangen, maar wat het mocht betekenen werd niet duidelijk. Volgens de voormalige minister Van der Laan, is Wilders zelf nog niet zo’n ramp voor de rechtsstaat, maar zou het gevaarlijk kunnen worden als veel mensen op Wilders gingen stemmen: “Als één iemand iets geks roept, moet je niet meteen denken: is dat gevaarlijk voor de rechtsstaat? Maar als veel mensen dat roepen, dan is dat iets waar je rekening mee moet houden.”
PvdA Kamerlid Frans Timmermans vond dat je nooit een coalitie met Wilders aan mocht gaan. Dat zou niks te maken hebben met het niet serieus nemen van kiezers: “Wel met het serieus nemen van onze grondwet en de fundamenten van onze rechtsstaat”.
Volgens columnist Thomas von der Dunk staat de rechtsstaat zelfs al op het punt opgeheven te worden, of liever gezegd ‘ingeruild’, (Voor wat zegt hij er niet bij.): “Het CDA en de VVD willen zelfs de rechtstaat inruilen om aan de macht te komen.”

Of Maxime Verhagen, recent in een Kamerdebat, slordig opsommend:
“Er zijn bijvoorbeeld principiële verschillen wat betreft de beginselen van de democratische rechtsstaat, etnische registratie, kopvoddentaks en strijd tegen de islam als kernpunt van het buitenlands beleid van Nederland.”
En dat was allemaal zeer zwaarwegend voor Verhagen, zozeer dat regeren met de PVV er niet in zat:
“Normaal doe je bij onderhandelingen concessies ten opzichte van je eigen verkiezingsprogramma om de andere partij ook haar deel te geven, maar ik ben niet bereid om bijvoorbeeld te gaan praten over de leeftijdsgrens voor de AOW in ruil voor het opgeven van beginselen van de democratische rechtsstaat. Er moet eerst helderheid zijn over zaken als kopvoddentaks, het verbieden van de Koran en de strijd tegen de Islam, die volgens de heer Wilders het kernpunt moet worden van ons buitenlands beleid. Ik ga niet over zulke zaken marchanderen.”
Zoals we allemaal weten zijn die zwaarwegende principiële punten over de rechtstaat van Verhagen zomaar ineens van de onderhandelingstafel gewaaid, en heet het nu, in een achteloos geformuleerde verklaring van de VVD, CDA en PvdA:
“De drie partijen VVD, PVV en CDA verschillen van mening over aard en karakter van de islam. De scheidslijn zit hem in het karakteriseren van de islam als óf religie óf (politieke) ideologie.
Partijen accepteren elkaars verschil van inzicht hierover en zullen hier ook op grond van hun eigen opvattingen naar handelen.”
Geen woord meer over die ondergraving van de rechtsstaat! Zoveel betekende het kennelijk allemaal toch niet voor Verhagen.
Anderen blijven wel hameren op de rechtsstaat en op Wilders als de ondergraver ervan. Zo is er nu een ‘Comité voor de Rechtsstaat’ opgericht door enkele ‘prominenten’, waaronder Maarten van Rossem, dat Kamerleden oproept afstand van de PVV te nemen omdat deze partij zich ‘een vijand van onze rechtsstaat betoont.’
Al net zo slordig als Verhagen, formuleert ook dit comité zijn kennelijk zo zwaarwegende bezwaren:
“Wie het partijprogramma van de PVV raadpleegt, zal constateren dat deze partij onder meer de grondwettelijke vrijheid van godsdienst en levensovertuiging niet op de islam wil betrekken, een heilig boek wil verbieden, hoofddoekjes wil belasten en de “strijd tegen de islam” tot “het kernpunt van ons buitenlandbeleid” wil maken. De PVV keert zich hiermee in ieder geval tegen de artikelen 1 (rechtsgelijkheid), 6 (godsdienstvrijheid) en 7 (uitingsvrijheid) in de Nederlandse Grondwet. “
Hoe, wat waar? Dat mogen we allemaal zelf uitzoeken kennelijk.
De ‘aantijgers’ laten op deze manier telkens dezelfde uitspraken van Wilders vallen; ‘kopvoddentaks’, ‘door knieschijven schieten’, ‘etnische registratie’, ‘boekenverbod’. En daarmee zou wel zo’n beetje verklaard zijn dat Wilders de rechtsstaat ondermijnt.
Dit soort kreten zijn natuurlijk eenvoudig te pareren met twee type argumenten die maar al te zeer voor de hand liggen:
1. Of het valt binnen het bestaande Nederlandse recht en is er dus geen sprake van aantasting van de rechtstaat. Dat zou vastgesteld kunnen worden door een rechter. Die kan zich dan buigen over kwesties als: Waarom mogen we wettelijk gezien wel een belasting heffen voor rokers en niet voor hoofddoekdraagsters? Waarom mogen we wel Mein Kampf verbieden en niet de koran? Zal die rechter nog een stevige kluif aan hebben.
2. Of Wilders doet een voorstel om het Nederlandse recht te veranderen en dat hoort daarom bij de corebusiness van politici: Het stelsel van wetten, inclusief de Grondwet is namelijk niet voor eeuwig in steen gebeiteld, maar vormt de weerslag van de opvattingen van burgers. We hebben in Nederland niet alleen een rechtsstaat, maar ook een rechtsstaat die gebed is in een democratisch systeem.

Dat spreekt dus allemaal heel erg vanzelf. De aantijgingen zijn daarmee eenvoudig te weerleggen. Dat de critici van Wilders toch menen zich op dit punt zoveel slordigheid te moeten kunnen permitteren, getuigt van vergaande arrogantie. Die ook nog eens beloond wordt. Het dingen roepen over de rechtsstaat die door Wilders in gevaar gebracht zou worden, is vanzelfsprekend geworden, zondermeer aanvaard op diverse televisieprogramma’s van de publieke omroepen. Er wordt niet om toelichting gevraagd door de betreffende presentatoren en er worden geen gasten uitgenodigd die tegenspraak zouden kunnen bieden. Het wordt telkens herhaald en daarom is het dus kennelijk zo.
Het is deze luie sfeer die het debat in Nederland kenmerkt als het over Wilders gaat. Keer op keer wordt Wilders voorgesteld als een vernieler van de rechtsstaat.
Daar komt nog iets anders bij.
Helemaal uit het zicht is verdwenen dat Wilders zich in enkele van zijn vroegere manifesten juist zorgen maakte over het niet functioneren van onze rechtsstaat, en dat hij daarom zocht hij naar manieren om die te versterken.
Zo maakte hij zich in zijn Onafhankelijkheidsverklaring van 13 maart 2005 er zorgen over dat de belangen van de daders beter waren verzorgd dan die van de slachtoffers bij rechtszaken, en vond hij:
“In een rechtsstaat moeten de schuldigen worden bestraft en de onschuldigen beschermd. De Nederlandse rechtsstaat voldoet al lang niet meer aan dit criterium. Het rechtvaardige karakter van onze rechtsstaat is achter de horizon verdwenen en heeft plaatsgemaakt voor noodgedwongen pragmatisme en een ontoelaatbare relativering van misdaad.”
En:
“De verzwakte en verdwaalde Nederlandse rechtsstaat is daarom toe aan een grondige structuurverandering. Meer professionaliteit in de rechtspraak, meer democratische controle op gerechtelijke beslissingen, een vervolgingsbeleid waardoor elke misdaad wordt vervolgd, en meer aandacht voor de daad en het slachtoffer dan voor de dader zijn enkele van de punten die deze structuurverandering te weeg moeten brengen.”
Ook vond Wilders in zijn Onafhankelijkheidsverklaring dat de Nederlandse rechtstaat tekort schoot bij het berechten van moslimextremisten, en dit zou op den duur tot ondermijning van de rechtstaat kunnen leiden. Daarom bepleitte hij wetsveranderingen:
“Islam en democratie zijn onverenigbaar. Wel zijn moslims voor onze democratie te winnen. Waar ik me tegen verzet is het misbruik dat groepen moslims maken van de rechten en vrijheden van onze rechtsstaat. Sommigen misbruiken de vrijheid van godsdienst om haat te zaaien, de vrijheid van onderwijs om kinderen op te zetten tegen onze samenleving, en de vrijheid van vereniging voor activiteiten die gericht zijn op de omverwerping van onze samenleving. We hebben een juridisch stelsel dat het (nu nog) onmogelijk maakt om mensen (potentiële plegers van aanslagen bijvoorbeeld, of jongeren die een trainingskamp in Afghanistan willen gaan volgen) preventief te arresteren of criminelen die geweldsmisdrijven hebben gepleegd en een dubbele nationaliteit hebben te denaturaliseren en uit Nederland te verwijderen.
Dit zal moeten veranderen. We zullen (islamitisch) radicalen die ons onze rechtsstaat en grondrechten willen ontnemen en bereid zijn daartoe geweld te gebruiken, het gebruik van deze grondrechten moeten ontnemen. Dat verzwakt de rechtsstaat niet maar maakt haar alleen maar sterker. Dit kan al in Duitsland.”
Een jaar later, op 30 maart 2006, verscheen een ander manifest van Wilders, genaamd Klare wijn. Hierin bepleit hij, onderbouwd, een herschrijving van Artikel1 van de Grondwet:
“Onze Grondwet zegt niets over onze identiteit en afkomst. En dat is een gemiste kans omdat juist deze tekst een opsomming biedt van bijvoorbeeld onze rechten en vrijheden, de belangrijkste verworvenheden van de democratische rechtsstaat. Die democratische rechtsstaat is ontstaan vanuit een eeuwenoude discussie tussen de twee tradities die onze cultuur hebben geschapen: de joods-christelijke en de humanistische. De normen en waarden zoals die in het spanningsveld tussen deze tradities zijn voortgebracht, vormen onze dominante cultuur, en die verdient het als zodanig in een nieuw artikel 1 van onze Grondwet te worden vastgelegd. Zij vormen niet alleen de basis maar ook de grenzen van onze beschaving.
Dit nieuwe artikel 1 dient het huidige artikel 1 te vervangen. In het huidige artikel is het beginsel van de non-discriminatie verwoord. Nu zal niemand zich voor discriminatie uitspreken. Maar in de praktijk van alle dag blijkt het gelijkheidsdenken het onmogelijk te maken om problemen te benoemen en indien nodig een gerechtvaardigd onderscheid te maken. Het huidige artikel 1 leidt in de praktijk dus al te vaak tot een inperking van de vrijheid van meningsuiting, en verhindert het maken van gerechtvaardigde onderscheiden door alles op de grote hoop van ‘discriminatie’ te gooien. Ongelijke gevallen hoeven niet gelijk te worden behandeld. En dingen – hoe mooi ook – die een heldere discussie en oplossingen in de weg staan, dienen te worden opgeruimd.”
En meer in het algemeen, ter onderbouwing daarvan:
“GroepWilders / Partij voor de Vrijheid zet zich dus in voor de bescherming van de democratische rechtsstaat en voor het elan van de vrije markt. De democratische rechtsstaat wordt niet alleen bedreigd door de islam in zijn politiek-theologische uitwerking maar ook door het cultuurrelativisme dat de afgelopen decennia tot de goede toon onder de politieke en bestuurlijke elite in Nederland is gaan behoren.

Maar zowel de rechtsstaat als de vrije markt veronderstelt een cultureel fundament.
De orde van de democratische rechtsstaat heeft een fundament nodig, of beter nog: veronderstelt een fundament van deugden die ons leren hoe wij op de juiste manier met onze rechten en vrijheden moeten omgaan. Het gaat in een democratie niet alleen om een uiterlijke maar ook om een innerlijke orde van fatsoen, respect en goede omgangsvormen die ons in instituties als gezin en familie, op scholen en verenigingen wordt bijgebracht. Frits Bolkestein vroeg halverwege de jaren negentig al aandacht voor het onomstotelijke feit dat zowel de rechtsstaat als de economie een morele basis nodig hebben. ‘Het gaat niet alleen om vrijheid, gelijkwaardigheid en rechtvaardigheid, maar ook, om eens een ouderwets woord te gebruiken, om de deugdzaamheid die het voortbestaan van die vrijheid, gelijkwaardigheid en rechtvaardigheid moet garanderen.’ Zijn pleidooi voor ‘het belang van de christelijke en humanistische traditie voor onze maatschappij als bindend element’ heeft helaas noch binnen zijn eigen partij noch binnen de breedte van de Nederlandse politiek weerklank gevonden.”
Het is natuurlijk makkelijk om te roepen dat Wilders de rechtsstaat zou ondermijnen. Maar, zoals uit bovengaande citaten blijkt, het getuigt vooral van een grote achterstand aan kennis. Als iemand zich zorgen maakte over de rechtsstaat was het juist Wilders!
Fundamentele discussies over zaken zoals hier door Wilders aangestipt, zijn nooit gevoerd in de Nederlandse politiek, maar ook nauwelijks in de publieke opinie daaromheen. De vraag is relevant of toenemende immigratie en daarmee een telkens meer multiculturele samenleving, plus daarbij de steeds grotere aanwezigheid van de islam, niet vragen om een heroriëntering op onze rechtsstaat en onze Grondwet. Die vraag werd al eerder gesteld door Wilders. Dat werd genegeerd en nu is er ineens al dat geroep over de ondermijning van de rechtsstaat door diezelfde Wilders. Een typisch geval van kortetermijngeheugen, of kwader trouw.
Wilders heeft juist een serieuze poging gedaan om de rechtsstaat te verstevigen. Over de oplossingen waarmee hij kwam, zou je het oneens kunnen zijn. Maar begin dan de discussie daarover en roep niet zomaar wat.

zaterdag 7 augustus 2010

de spanning tussen VRT en Joods Actueel

Dat het niet botert tussen de joodse gemeenschap in Vlaanderen Joods Actueel en onze publieke omroep is oud nieuws. Wie herinnert zich nog de satirische filmpjes (1,2) in de best wel genietbare rubriek "Het Gesproken Dagblad" in het programma Man Bijt Hond? De joodse gemeenschap Joods Actueel stond op haar achterste poten.
Dat vele joden hun lichtgeraaktheid en gunstige historische positie lucratief aanwenden is ons allen bekend. Afgezien van de historische feitelijkheden mag het ons toch wel opvallen - de vrijheidminnende verdedigers van het vrije woord die we zijn - dat het algemene sentiment binnen de joodse gemeenschap Joods Actueel jegens het "vrije woord" eerder negatief is. De satirische filmpjes van Man Bijt Hond werden door Joods Actueel - het zionistische geweten van Vlaanderen - vergeleken met de antisemtische propaganda van het nazi-vlugschrift "Der Sturmer". Elke redelijke mens zal het toch met ons eens zijn dat dit wel heel erg kort door de bocht is. Gelukkig werd er weinig gehoor gegeven aan deze joodse klaagzang. Maar ondertussen was de klaagzang toch alweer gezongen. Een serieus haar in de botersaus tussen de VRT en de joodse gemeenschap Joods Actueel dus. Wij vragen ons het volgende af: in wiens naam spreekt Joods Actueel? Hoeveel joden binnen de "joodse gemeenschap" voelden zich nu eigenlijk werkelijk bedreigd en beledigd door de filmpjes van MBH? De joden hebben een lange traditie van goeie humoristen. Joods Actueel gaat mij niet wijsmaken dat er geen joden zijn die de filmpjes niet grappig vonden. Maar dat is dat. De VRT is op z'n zachtst gezegd niet de beste vriend van Joods Actueel.

Laatst was het weer zover. Via het archaïsch medium Teletekst berichtte de VRT over een of ander incident op de Israelisch-Libanese grens. Een hoogst oninteressant nieuwsbericht. Nuja, dat dachten we. Joods Actueel verweet de VRT niet aan evenwichtige berichtgeving te doen en insinueerde zelfs in een artikel op haar website "dat de VRT moedwillig de Israelberichtgeving vervalst". Wenkbrauwgefrons alom. Zou kunnen. Who cares? Joods Actueel alvast heel vurig. Met welke bewijzen kwamen ze aandraven? "Er wordt geen melding gemaakt van Israëlische slachtoffers, enkel van de Libanese." Que?


Wat Joods Actueel dus insinueert is dat de VRT aan onevenwichtige berichtgeving doet en niet "deontologisch" te werk gaat. Lees: Israël wordt afgeschilderd als de agressor, terwijl Israël het slachtoffer is van islamitisch imperialisme en anti-semitisme. Best een sterk argument. Inderdaad, in de zes conflicten waarin Israël betrokken was waren ze quasi nooit de first strike agressor. Maar om nu de VRT te beschuldigen van een moedwillige strategie om de Israëlberichtgeving te vervalsen is een schandelijke non sequitur. De ware reden achter het misprijzen van Joods Actueel jegens de VRT ligt echter dieper.

België is één van de weinige landen waar de joden geen directe invloed hebben op de nationale media. In andere landen, hoofdzakelijk Frankrijk en de VS, domineren joden de media en dus ook de Israëlberichtgeving. De VRT daarentegen is een autonoom overheidsbedrijf, integraal gefinancierd met overheidsgeld. Belastingsgeld van christelijke, islamitische, joodse en andere Vlaamse belastingsbetalers dus. Er stroomt dus geen joods geld en geen joodse invloed naar de VRT redacties en privé-medianetwerken zijn zo goed als onbestaande in Vlaanderen. Een unicum in het Westen. De algemene invloed die de joden kunnen uitoefenen en ook effectief uitoefenen op de media zijn gering, om niet te zeggen onbestaande. En hier huist de grootste bron van frustratie voor Joods Actueel, die meent alsof ze spreekt in naam van de gehele joodse gemeenschap. Aangezien zij geen invloed hebben op de internationale, en in het bijzonder de Israëlberichtgeving van de VRT, beschuldigen zij de openbare omroep dus van "het moedwillig vervalsen van de Israëlberichtgeving". Net iets te makkelijk, denken we.


In dit opzicht lijkt het niet onlogisch om onszelf de vraag te stellen: "Vervalst de VRT de Israëlberichtgeving of vervalsen de zionisten buiten de VRT de Israëlberichtgeving?" Een hoogst interessante, maar al even nutteloze vraag. De 'Witte Kaproenen' nemen geen standpunt in in het Israëlconflict. Wij zijn geen zionisten en worden ook niet echt warm van de Palestijnse zaak. Teveel rechtsen en linksen die de Palestijnse zaak trekken, doen dat - al dan niet bewust - om hun ongenoegen jegens Israël en de Verenigde Staten te verwerken. Dat vinden wij een beetje zwak. Supporteren doe je voor iemand, niet tegen iemand. Bovendien is dat op zichzelf - supporteren voor een land buiten sportieve context - een perverse gedachte. Patriottisme kunnen wij nog tot op zekere hoogte appreciëren, maar pattriotisme voor een land dat het uwe niet is? Zo ook niet-joden die de zionistische kaart trekken. Wat is hun motief? "Liever geen joden in Europa"of nog meer van zulke nietszeggende nepmotieven? De Israëlisch-Palestijnse kwestie staat bovenal los van de joodse kwestie, laat dat duidelijk zijn. Dit is een feitelijkheid die nogal vaak vergeten wordt aan beide kanten van het conflict. Anti-zionisme en anti-semitisme worden al even vaak door elkaar gebruikt als de Israëlische staat en "de joden". Wie eens een grondige studie wil doen van denkfouten en drogredenen heeft aan het Israëlisch-Palestijns conflict een hele brok. Israël is Vlaanderen niet en Israël is evenmin West-Europa, tot spijt van wie het benijdt. De hele discussie is een farçe geworden en neemt de groteske vormen aan van een voetbalderby. Wie een discussie tussen een zionist en een anti-zionist onbevangen volgt, merkt hoegenaamd geen verschil met een discussie tussen supporters van Club Brugge en Anderlecht. Wij doen daar niet aan mee. Linkse en rechtse organisaties en groupuscules menen daar hun tijd nuttig mee te besteden, wij vinden het tijdverlies en alles behalve relevant voor de problemen in eigen land. Dat de soep in het Midden-Oosten een aanzienlijk aandeel heeft in de verhitte gemoederen bij moslimtieners in Vlaanderen en Nederland staat buiten kijf. Maar dat probleem lossen we niet op door kamp te kiezen in die burenruzie en zo verder de polarisatie te voeden. Joods Actueel moet beseffen dat de joodse invloed op de VRT miniem of zelfs onbestaande is, en zij moeten dat maar aanvaarden, ook al is dat soms moeilijk. Wie kamp kiest in het Israëlisch-Palestijns conflict moet beseffen dat zijn supportersgedrag best wel lachwekkend is en geen zoden aan de dijk brengt. De vrede ligt in de onverschilligheid. Europa is niet "moreel verplicht" om steun te geven aan eender welke buiten-Europese mogendheid. Als iedereen aan zichzelf denkt wordt er aan iedereen gedacht.

De vriendjes van Mandela

Van Henk Kraaijenhof voor plusport.nl


Het was amper te missen deze week, de rechtszaal die veranderde in een poppenkast.
Een nerveuze Naomi Campbell verscheen voor het internationaal strafhof om een getuigenis af te leggen over diamanten die zij kreeg ’s nachts na afloop van een etentje bij Nelson Mandela. Het doel van deze voorstelling was om te bewijzen dat Charles Taylor, destijds president van Liberia en van wie de diamanten afkomstig zouden moeten zijn, bloeddiamanten zouden zijn. Deze bloeddiamanten zouden tevens gebruikt zijn om wapens aan te schaffen en daarmee het bewind te kunnen voortzetten en op grote schaal mede-Afrikanen om zeep te helpen. Een ruwe schatting leidt tot 150.000 doden in die periode.

De poppenkast viel een beetje in het water.
Naomi wist niet wie Charles Taylor was en wat bloeddiamanten waren. En ik heb de neiging haar te geloven. Weet U namelijk wel wie momenteel president van Liberia is, van Sierra Leone of van Zambia? De voortdurende wisseling van dictators is samen met de armoede en het bloedvergieten wellicht de enige constante factor in de geschiedenis van Afrika.
Ook geloof ik zeker dat Naomi een aardige kapitaal zou vergaren als ze alle cadeautjes van aan haar onbekende fans zou verkopen. Verder zit er aan diamanten nu eenmaal geen labeltje: “pas op bloeddiamant”. Als alle bloeddiamanten plotsklaps zou opgaan in rook zou er ook in Nederland behoorlijk wat minder geflonker te zien zijn. De poging om via Naomi Campbell bloeddiamanten te linken aan Charles Taylor hebben we dus allemaal kunnen zien mislukken.
Maar hier komt mijn grote vraag, een vraag waarop iedereen die ik hem stel zwijgt….
Waarom nodigde Nelson Mandela, op dat moment president van Zuid-Afrika, Charles Taylor uit voor een informeel diner? Op een foto die tijdens de zitting met Campbell getoond werd, stonden Mandela en Taylor schouder aan schouder, bijna hand in hand. Ik denk dat u naïef bent als U denkt dat Mandela niet wist wat Taylor had gedaan en wat Taylor deed. Sterker nog: ik denk dat Mandela zelfs wist wat Taylor van plan was.

Want waar kocht Taylor zijn scheepsladingen wapentuig en munitie met die diamanten? Juist: bij de grootste wapenhandelaar van Afrika: Zuid-Afrika! Of dacht U dat Taylor helemaal naar Zuid-Afrika was gekomen met diamanten om die aan Naomi Campbell te geven?

Het wordt duidelijk dat de rol van Mandela is deze een duistere is, één ding is zeker, zijn rol in deze zaak zal een goed beschermd geheim blijven stevig bedekt door de mantel der liefde. Blijkbaar treft Mandela geen blaam en Naomi wel. Een beschamende vertoning.